Wat willen we bereiken?
Gebouwde omgeving
We zetten in op het verduurzamen van huizen, maar maken een tussenstap wat betreft het aardgasvrij maken van woningen. Het 'geen spijt-perspectief' wordt leidend: we helpen met energie besparen wat helpt om de maandelijkse energiekosten te drukken . De ambitie aardgasvrij in 2050 blijft onveranderd, maar dit doen we dus met een tussenstap. Dit betekent ook dat we het plan van aanpak voor het Nationaal Isolatie Programma (NIP) verder ten uitvoer brengen zodat we in Oss, naast adviezen, ook daadwerkelijk aan de slag gaan met het isoleren van woningen. Hiermee stimuleren we huiseigenaren hun woning zo ver mogelijk aardgasvrijgereed maken. In het verlengde van dit geen-spijt-perspectief heroverwegen we ook onze activiteiten voor Schadewijk en Herpen.
De grote remmende factor is op dit moment het soortenmanagementplan (SMP). We gaan aan de slag met een pre-SMP voor de gehele gemeente. De snelheid waarmee we dit realiseren is afhankelijk van de schaarse capaciteit die beschikbaar is in de markt.
We herzien de energie advies- en loketfunctie, waarbij we ook het aanbod voor financiële ondersteuning aanscherpen en bijstellen. 2025 is het laatste jaar waarin specifiek middelen voor energie-armoede door het rijk beschikbaar gesteld worden. Met een gerichte activiteit gaan we deze doelgroep nog een steun in de rug geven.
Duurzame energieopwek en energiesystemen
In de gemeente hebben we twee grote windprojecten die uitvoering geven aan onze doelstelling voor duurzame elektriciteitsopwekking. Dat zijn de Duurzame Polder en Elzenburg-de Geer. Voor de Duurzame Polder verwachten we dat na het vaststellen van het voorkeurs alternatief, dat initiatiefnemers zich melden met een vergunningaanvraag. Deze nemen we in behandeling in 2025. Het windpark Elzenburg-de Geer kan na de uitspraak van de Raad van State doorgang vinden. Deze turbines worden in 2025 gerealiseerd en gaan draaien. Daarnaast gaan we aan de slag met het opstellen van een plan van aanpak om van het windpark te komen tot een energiepark conform de daartoe ingediende motie.
In de Koersnota Energie staat een lokale uitwerking van het Nationaal Plan Energiesysteem, in de vorm van lokale randvoorwaarden voor ruimtelijke ontwikkelingen. Hoe die toegepast moeten worden is maatwerk. Dat betekent dat we capaciteit leveren voor grote(re) gebiedsontwikkelingen om energie aan de voorkant goed mee te nemen. We voorzien dit bij gebiedsontwikkelingen van de Spoorzone, Amsteleind en Ravenstein.
Bedrijven blijven we stimuleren en ondersteunen met een zakelijk energieloket. Ook zetten we door op het project Grote Oogst, waarbij we voor Moleneind samen met de bedrijven en provincie stappen zetten op het gebied van energie, klimaat en duurzaamheid. Klimaat, energie en duurzaamheid is steeds meer verweven bij bedrijven, we gaan daarom in 2025 onderzoeken in hoeverre dat ook in de aanpak van de gemeente verder geïntegreerd moet/kan worden en waar dat dan in de gemeentelijke organisatie het beste ingebed kan worden.
Netcongestie raakt een groot aantal activiteiten in het ruimtelijk en economisch domein. Om netcongestie in de toekomst te verminderen zal het elektriciteitsnet uitgebreid worden op hoogspannings-, middenspannings- en laagspanningsniveau. Dit is een taak van de netbeheerders TenneT en Enexis. De gemeente is nodig om passende locaties te vinden en medewerking te verlenen aan de ruimtelijke procedures. In 2025 verwachten we tot een samenwerking te komen op de uitbreiding van (of inpassing van een nieuw) 150KV-station. We verwachten tot nieuwe samenwerkingsafspraken te komen hoe we samenwerken in de energietransitie. Dit loopt uiteen van uitbreiding wijktrafo’s tot en met data delen. Het voornemen is om daarin op te trekken met de B7.
Energiebeleid, strategie en samenwerking
In 2024 is de Kadernota Energietransitie ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. Deze kadernota biedt een richtinggevend kader waarin we onze opgave voor Energie benoemen voor 2050. Door verantwoordelijkheid te nemen voor onze eigen opgave dragen we bij aan de onafhankelijkheid van Nederland in de energievoorziening. Hoe we aan die opgave gaan voldoen werken we uit in een Uitvoeringsprogramma Energie.
Vanuit het Klimaatakkoord hebben gemeenten de verantwoordelijkheid gekregen om te sturen op het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving. De Transitievisie Warmte (vastgesteld in 2021, met een uitvoeringsprogramma tot 2020) vormt vooralsnog de basis voor de uitvoering van de warmtetransitie in Oss. In 2025 gaan we deze transitievisie warmte evalueren. Als nieuwe wetgeving (Wet Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie - WGIW en de Wet Collectieve Warmte - WCW) vastgesteld wordt in 2026, zijn we verplicht een warmteprogramma voor de periode 2026-2030 uiterlijk in 2026 aan het college ter besluitvorming aan te bieden. Het warmteprogramma is de opvolger van de transitievisie warmte. In 2025 werken we alvast aan de basis voor het warmteprogramma, door te komen met een warmtestrategie en een wijkvolgorde voor de komende jaren.
Daarnaast werken we in verschillende verbanden samen zoals de RES en Brabantstad/B7. De RES is in 2024 door de bestuurders geëvalueerd. De individuele gemeentelijke doelstelling tot 2030 blijft overeind. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan een nieuwe samenwerkingsstructuur 2030-2050, die beter aansluit bij de samenhang van de verschillende opgaven in de energietransitie.We zien ook de ontwikkelingen om ons heen, zoals het energieperspectief van de provincie en het provinciale meerjarenprogramma infrastructuur energie en klimaat. De verwachting is dat dit vraagt om meer gemeentelijke capaciteit en middelen, wat we nu nog niet volledig kunnen overzien.
Naast samenwerking in de regio, trekken we ook steeds meer op met de gemeenten uit Brabantstad, onder andere op de verkenning naar Geothermie en de samenwerking met de regionale netbeheerder Enexis. In 2025 continueren we dit en zoeken we naar meer kansen om van de andere B7 te leren en waar het meerwaarde heeft samen op te trekken.
We werken aan de volgende doelstelling(en):
Oss reduceert de CO2-emissie met 55% in 2030 in vergelijking met de CO2-emissie in 1990
Binnen het programma Energie werken we daarom aan de volgende doelstellingen:
- 11% energiebesparing in 2030 ten opzichte van 2017.
- Grootschalige duurzame opwek van energie: 1,008 PJ duurzame energie in 2030, waarbij de restant RES opgave van 0,514 PJ vergund is in 2025.
- Volledig energieneutraal in 2050
- De gebouwde omgeving is in 2050 volledig afgekoppeld van het aardgasnet
Wat gaan we hiervoor doen?
Activiteit | Wanneer gereed (kwartaal/jaar)? |
---|---|
Gebouwde omgeving | |
| continu |
| continu |
| Q1/2025 |
| Q2/2025 |
| continu |
| Q3/2025 |
Duurzame opwek en energiesystemen | |
| Q4/2025 |
| Q4/2025 |
| Q2/2025 |
| continu |
| continu |
| Q3/2025 |
| continu |
| Q4/2025 |
Strategie, beleid en samenwerking | |
| Q2/2025 |
| Q2/2025 |
| Continu |
| Continu |