Strategische heroriëntatie
Inleiding
In deze programmabegroting hebben we geen meerjarig sluitende begroting en zijn we genoodzaakt om een strategische heroriëntatie/bezuinigingsoperatie op te gaan starten. De koers naar de toekomst heeft als doel om toe te werken naar een duurzaam financieel gezonde gemeente, waarin er op de lange termijn evenwicht is tussen inkomsten en uitgaven. Het resterende structurele tekort bedraagt ruim € 5 miljoen. Dit zal de minimale bezuinigingstaakstelling zijn richting de kadernota 2026 en programmabegroting 2026-2029.
Eerste spoor: programmabegroting 2025-2028
In de kadernota 2025-2028 hebben we aangeven dat we 2 sporen volgen. Het eerste spoor bevatte acties richting het opstellen van deze programmabegroting 2025. We hebben kritisch gekeken naar ruimte in de begroting en naar onze reserves. Hieruit zijn verschillende voordelen gekomen die we hebben verwerkt in deze begroting. Een aantal budgetten zijn bijgesteld en een aantal reserves laten we vrijvallen en heffen we op. Daarnaast hebben we een kader in beeld gebracht voor de reserves gekoppeld aan de grote ruimtelijke ambities (zie hiervoor het hoofdstuk ‘Kaders reserves ruimtelijke ambities’).
Overige acties zijn verwerkt in deze begroting of blijven van toepassing, zoals een lobby richting het Rijk en een kritische blik op autonome kostenstijgingen.
Tweede spoor: Strategische heroriëntatie
Het traject is niet alleen gericht op een sluitende meerjarenraming in de kadernota 2026-2029. We werken toe naar een blijvend duurzaam financieel gezonde gemeente, waarin we voor de langere termijn een evenwicht is tussen inkomsten en uitgaven. En dus ook evenwicht in ambities en mensen/ middelen/ organisaties.
In de maanden na de zomer 2024 zetten we diverse stappen. Hieronder lichten we deze stappen toe.
Communicatie samenleving
We lichten hierna deze fases verder toe.
Fase 0. Opdracht en opzet van het proces
Via deze programmabegroting wordt het proces en de hoogte van de bezuinigingstaakstelling in euro’s vastgesteld. De gemeenteraad kan haar input geven op dit proces via de bespreking van de programmabegroting.
Fase 1. Onderzoeksfase
In deze fase starten we met een objectivering van onze begroting. We voeren een, relatief snelle, benchmark uit waarin de gemeente Oss vergeleken wordt met diverse vergelijkbare gemeenten. De inkomsten en uitgaven worden vergeleken met de één na goedkoopste gemeenten. Op deze manier brengen we het besparingspotentieel in beeld. We maken hiervoor gebruik van een adviesbureau. Dit noemen zij een zogenaamde zero-based begroting.
De benchmark wordt uitgevoerd op basis van de programmabegroting 2024. Een benchmark uitvoeren over de begroting van 2025 is bijzonder lastig, omdat vanuit andere gemeenten deze cijfers nog niet beschikbaar zijn. Op basis van de begroting 2024 is dan de beste vergelijking te maken. We zullen uitkomsten en grote afwijkingen die in de begroting van 2025 zitten nog meenemen in de analyse.
Voor de gemeenteraad geven we een presentatie over deze eerste uitwerking “zero based budgetting”, waarbij de uitkomsten uit deze benchmark openbaar zijn.
Fase 2. Afwegingskader
Voor het afwegingskader houden we vast aan het kader uit het coalitieakkoord en uit eerdere kadernota’s.
Op dit moment is het volgende kader geformuleerd:
- Speerpunten uit het coalitieakkoord blijven leidend:
- De verstedelijkingsopgave met woningbouw en mobiliteit.
- De klimaatopgave en energie-transitie.
- Goede dienstverlening en transformatie en kostenbewustzijn van het sociaal domein.
- Stedelijke voorzieningen voor een aantrekkelijke stad.
- Duurzaam houdbare voorzieningen voor vitale dorpen.
- Een uitstekende 100.000+organisatie.
- Bezuinigingen wegen we op basis van een strategische, langere termijn visie (vanuit o.a. de omgevingsvisie). Bezuinigingen moeten onze lange termijn doelstellingen ondersteunen en als dat niet haalbaar is in ieder geval niet belemmeren.
- Bij het in kaart brengen van deze strategische heroriëntatie/ bezuinigingsopties sluiten we geen posten op voorhand uit.
We stellen voor om tijdens deze fase gesprekken te organiseren tussen de verschillende fracties en de wethouder financiën met ambtelijke ondersteuning. Dit met als doel om beelden en ideeën uit te wisselen.
Fase 3. Uitwerken bezuinigingsopties
Deze fase is erop gericht om zoveel mogelijk ombuigingsmogelijkheden in beeld te brengen. Dit is een actie vanuit de organisatie. We brengen dit per concernproduct in beeld. Per ombuigingsmogelijkheid brengen we volgende minimaal in beeld:
- Korte toelichting per concernproduct: wat willen we bereiken en welke activiteiten voeren we uit en wie zijn belangrijke partners?
- Welke ombuigingsopties zijn er? Wat doen we bij deze ombuiging anders? Meer? Of niet meer?
- Maatschappelijk effect/ organisatie-effect van deze opties
- Verwachte financiële voordeel (+ evt. noodzakelijk investering vooraf) en in welke termijn
- Informatie over implementatie (tijd, welke partijen betrokken)
- Risico’s
- Alternatieven
We stellen zo ambtelijk een groslijst op met verschillende mogelijkheden. We willen in dit deel van het proces nog geen bestuurlijke betrokkenheid en sturing. Op deze manier kan en moet alles in beeld gebracht worden.
Om keuzemogelijkheden te hebben, zullen er veel maatregelen voorgelegd moeten worden. Als we bijvoorbeeld voor € 5 miljoen moeten bezuinigen, zullen er opties/maatregelen beschikbaar moeten zijn voor een fors hoger bedrag (circa € 8 miljoen).
Bij het uitwerken van de maatregelen willen we per programma een minimaal percentage/bedrag aangeven voor wat voor bedrag er aan bezuinigingen moet liggen. Dit om ervoor te zorgen dat ieder programma evenveel bijdraagt aan mogelijke bezuinigingen.
De organisatie verzamelt alle voorstellen en presenteren die totaal (in eerste instantie zonder voorstel) aan het college en de gemeenteraad.
Fase 4. Besluitvorming
Vanuit het uitwerken van de bezuinigingsopties volgt een uitgebreide lijst met mogelijkheden tot bezuiniging. Zoals aangegeven leggen we deze in eerste instantie voor aan de gemeenteraad, zonder voorstel van het college erbij. In een opiniecommissie kan de gemeenteraad, voorafgaand aan de kadernota, spreken over deze uitwerking en hierop richting geven.
Via het proces van de kadernota 2026 en vervolgens de programmabegroting 2026-2029 zal het college een voorstel doen aan de gemeenteraad over de bezuinigingen. Daarbij ligt het besluit uiteraard bij de Raad bij de vaststelling van deze documenten.
Fase 5 Maatregelen voorbereiden en implementeren
Wanneer er bij de kadernota een lijst is met welke maatregelen in de begroting opgenomen zullen gaan worden, kan gestart worden met het voorbereiden. Daadwerkelijke implementatie volgt na besluitvorming in de programmabegroting.